Nadat we afscheid hadden genomen van Marten, reden wij naar een supermarkt om weer even grote boodschappen te doen. Daarna zijn we naar een natuurgebied gereden, waar we onderweg nog een Dudo brandweerauto zagen! We stopten bij een mooi plekje onder de bomen. Heerlijk om weer in de rust te zijn! ’s Nachts werd Lydia een beetje ziek en ze was de volgende dag ook nog niet zo lekker. We bleven dus nog een dagje staan in het natuurgebied. ’s Middags kwam er een andere Mercedesbus bij ons staan met een Duits stel. Lydia had ’s avonds precies het eten klaar toen zij terug kwamen van een hike, dus hebben we ze uitgenodigd om samen te eten. We hebben een gezellige tijd gehad, maar toen het donker was werd het bos een beetje griezelig. Er waren een paar uilen die oe-oe geluiden maakten en toen er vanuit het donker een zwerfhond kwam, schrokken we en zijn we daarna snel naar de bussen gegaan.
De volgende morgen namen we afscheid van de Duitsers en gingen we eerst op drinkwater zoektocht. Bij een oorlogsmonument was er een punt, waar we al onze flessen hebben bijgevuld. Daarna wilden we het nationaal park uit rijden, maar dat ging wel heel erg traag doordat er een nieuwe weg gemaakt werd. We zijn toen omgekeerd, kwamen het Duitse stel tegen en reden toen achter elkaar aan richting de grens van Kroatië. We tankten en gingen nog naar een reuze supermarkt om ons laatste Bosnische geld op te maken. Daarna reden we de grens over van Kroatië en reden we naar een plek bij een meer. Dit stuk van Kroatië is heel anders dan de kust, waar je veel toeristen tegen komt. Hier kom je die niet tegen, het zijn vooral kleine boerendorpjes waar je doorheen rijdt. Bij het meer konden we lekker zitten totdat een zwaan ons kwam terroriseren. Nadat we even hadden uitgevogeld waar hij heen wilde, konden we buiten eten totdat de muggen kwamen.

Op donderdag reden we naar Zagreb, de hoofdstad van Kroatië. We hadden 4 dingen te doen: 1. Wat onderdelen voor de bus halen, 2. Een sticker kopen en 3. Een korte broek kopen voor Lydia en 4. Naar de Bauhaus voor wat kleine dingen. We begonnen bij de Bauhaus. Daar zijn we uiteindelijk anderhalf uur geweest. Daarna gingen we het kruispunt over naar de andere kant van de weg, waar we geshopt hebben voor een korte broek voor Lydia. Best lastig als de herfst/winter collectie al in de winkels ligt (en wat voor één, zijn we terug in de jaren 70?!). We vonden gelukkig nog een korte broek en een topje, dus konden we weer verder. We aten nog een superlekkere tortilla met kebab en daarna gingen we door naar een automaterialenzaak. Daar hadden ze niet wat we wilden hebben (een vierkant bord voor achterop de fietsen, wat verplicht is in Italië, Spanje en Portugal), maar wel nieuwe achterlichtjes. Drie punten afgewerkt, op naar nummer 4! We zijn dit keer door de drukke binnenstad van Zagreb gereden. Daar heeft Jelte even stil gestaan, terwijl Lydia voor een sticker ging kijken. Die vond ze in een souvenirshop waar op dat moment alleen maar Nederlanders waren…Daarna zijn we de stad weer uit gereden en waren we al snel bij de grens van Slovenië. Daar zijn we door de mooie heuvels naar een gratis camperplaats gegaan. We hadden nog contact gehad met het Duitse stel en die had ons deze plek getipt. Zij stonden er ook nog, ten minste hun bus, zelf waren ze er niet. Wij hebben lekker gedoucht, nog wat salade gegeten en een film gekeken.
Vrijdagochtend hebben we rustig ontbeten, de was gedaan, opgeruimd in de bus, ons water bijgevuld en hebben we het Duitse stel uitgezwaaid die weer onderweg gingen naar huis. Wij zijn onderweg gegaan naar Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. We reden door de prachtige heuvels, waar Lydia wel een paar keer heeft gezegd: Hier wil ik wel wonen! Slovenië is vergeleken met de rest van de voormalige Joegoslavische Republiek heel erg netjes en lijkt meer op Oostenrijk of Duitsland. Toch als je de Slovenen een bruiloft ziet en hoort vieren, voel je dat de tradities hetzelfde zijn. Ze zijn dan weer heel uitbundig, wat we ook hebben gezien in Albanië en Kosovo. Onderweg naar Ljubljana zijn we gestopt bij een kasteel dat we wilden bezoeken. Toen we geparkeerd hadden, aten we nog een broodje en kwam er opeens een Nederlandse man een praatje maken. Hij woonde al 25 jaar met zijn vrouw in Slovenië en was vrachtwagenchauffeur. Hij vertelde ons ook dat het kasteel van iemand was die is overleden. Je kon het dus niet bezoeken, maar wel kopen, dus als iemand nog €800.000 over heeft: doen! We zijn er namelijk nog wel even heen gelopen en het is echt een prachtig gebouw, daar kun je iets moois van maken.
Toen we weer bij de bus kwamen, zijn we naar de hoofdstad gereden. Daar hebben we de bus geparkeerd bij een restaurant, waar meerdere campers stonden. Bij het restaurant begon ook een boottour door Ljubljana. Om half 6 zijn we toen met die boot naar de binnenstad gegaan. Ljubljana is echt een hele leuke en gezellige stad. In de binnenstad zijn geen auto’s, dus kan je overal lopen waar je maar wil. Er zijn veel terrasjes, de gebouwen zijn mooi en de rivier die er doorheen loopt maakt het helemaal af. We vonden het een kruising tussen Parijs en Wenen. We hebben een rondje gelopen, een sticker gekocht, hebben een moeilijke puzzel opgelost bij een kraampje en hebben taco’s gegeten. Er was namelijk een foodfestival aan de gang, wat elke vrijdag is. Je kon er allemaal verschillende soorten eten kiezen uit verschillende landen en je kon er zitten aan lange tafels, wat het heel gezellig maakte.
Nadat we onze taco’s op hadden, liepen we weer naar de boot en namen de laatste rit terug naar het restaurant waar de bus stond geparkeerd. Het werd donker, dus zag je de stad op een hele andere manier. Toen we weer bij de bus kwamen, stonden er nog meer campers dan daarvoor. Het leek wel een camping, hutje mutje op elkaar gepropt. We sliepen opzich wel lekker, maar werden ook wakker doordat het kindje in de camper naast ons ging huilen en er iemand ging bladblazen. Tja, wij zijn niet zo erge campingmensen blijkt wel.
We hadden alles opgeruimd, maakten de rest van de ‘camping’ wakker met ons motorgeluid (gnagna) en reden toen richting het noordwesten, waar een nationaal park is. De wegen waren leuk om te rijden. De snelweg is een tolweg, dus die vermijden we. Daardoor komen we op hele leuke kleine wegen, door schattige dorpjes en door de mooie heuvels. We hebben een omweg gemaakt naar een klein stadje dat bekend is geworden door de kwikmijn die eronder ligt. De mijn is ongeveer 500 jaar in gebruik geweest en heeft hele diepe mijnschachten. We parkeerden de bus, Jelte stapte uit en vond gewoon €15,-! Dat was mooi meegenomen! Samen liepen we door het stadje waar een oude waterpomp was en een museum over de mijn, waar je ook met een gids door de tunnels kon lopen. Voor dat laatste waren we net te laat. We hebben toen besloten nog naar de andere kant van het stadje te lopen waar ze de kwik smolten en toen zijn we terug gelopen naar de bus. Daar heeft Jelte nog met een vriend gebeld en daarna zijn we verder gereden naar een gratis camperplaats. Dit was eigenlijk een groot parkeerterrein naast een bos. We hebben pizza gegeten en zijn begonnen aan een project in de bus (als het af is krijgen jullie de foto’s te zien!).
’s Nachts werd Jelte ziek, dus zijn we de rest van de dag op het plekje gebleven. Ook op maandag voelden we ons allebei nog wat slapjes, dus nadat Jelte alles van de bus weer ingevet had, hebben we maar rustig aan gedaan. We nemen de tijd om uit te zieken, dus hebben we een spelletje gedaan, de blogs gepost en vooral gezond gegeten!
Hmmm … op zoek naar €800.000 … 🤔
We worden ook al heel blij van de campers die Jelte ons zo nu en dan doorstuurt.
Dat is toch een stukje voordeliger … hahaha!
De witte Mercedes 508 Camper is onze favoriet! 🤗
Groetnis!
Sietse & Jenny
Én het voordeel van een camper is, als je het uitzicht zat bent.. dan verhuis je gewoon weer 🙂