Nadat we afscheid hadden genomen van Wayne en Elizabeth en hun truck Matilda zijn we over de loopbrug naar Helsinki gelopen. We gingen als eerste naar een apotheek om nu toch echt de medicijnen op te halen. Daar aangekomen bleek dat dat niet zomaar kon. Blijkbaar heeft de apotheek bij sommige medicatie toestemming nodig van Finland om het te verkopen. Dit was bij dit medicijn ook zo, dus gaven ze aan dat we het maandag of dinsdag op konden halen. Hierna zijn we weer terug gelopen naar het eiland en zijn toen over de andere loopbrug naar de dierentuin gelopen. Het was niet heel erg druk en mooi weer, dus perfect voor een dagje dierentuin. We hebben er de hele middag rondgelopen en hebben tussendoor met Lydia’s familie gebeld. ’s Avonds hebben we nog met Jelte’s ouders gebeld en zo was iedereen weer op de hoogte van onze belevenissen.
De volgende ochtend maakten we een lunchpakketje klaar en liepen we naar Helsinki. In het centrum zijn we naar een oude markthal geweest, waar allemaal mooie oude marktkramen waren. Het was er vooral erg toeristisch, veel Aziatische mensen liepen met lange warme jassen rond. We zijn daarna verder doorgelopen en na een paar uur hebben we een bus genomen die ons naar Heinz terug zou brengen. Daar aangekomen hebben we lekker rustig aan gedaan en in de namiddag kregen we een telefoontje dat de medicijnen binnen waren. Na het eten hebben we ze opgehaald. Ook hebben we gebeld naar Daan, die naar Helsinki zou komen om te gaan werken. We hadden het leuk gevonden om elkaar te ontmoeten, maar hij zou eigenlijk gelijk aan het werk moeten en er helaas niet veel tijd voor hebben. We besloten daarom om de dag erna de boot naar Estland te nemen.

De volgende ochtend ging de wekker vroeg. We ontbeten en reden toen door het centrum van Helsinki naar de terminal van de ferry. We hadden geen tickets geboekt, maar er was gelukkig genoeg plek aan boord. We reden aan boord, lieten Heinz achter bij zijn vrachtautovrienden en wij liepen naar het bovenste dek. Het was heel mooi weer en toen we Helsinki uit voeren , genoten we van de kleine eilandjes waar we langs kwamen. Al snel gingen we weer naar binnen, maakten we een begin aan onze belastingaangifte (ja, dat moet ook gebeuren!) en plaatsten we berichten op de website. Na iets meer dan 2 uur, kwamen we aan in Tallinn. Daar reden we gelijk naar een parkeerplaats, net buiten de oude binnenstad. We aten wat en deden toen een kleine citytour door de oude stad. Als er geen dure Porsche’s voorbij reden, leek het net alsof je in een andere wereld terecht was gekomen. We kochten nog een Estlandsticker en gingen toen terug naar de bus. We hebben hier de website helemaal weer up to date gemaakt en nadat we hadden getankt en boodschappen hadden gedaan, reden we naar een plekje buiten de stad. Toen we door de stad reden, zagen we pas hoe groot het verschil hier is tussen arm en rijk. Sommige huizen zijn afgebladderd en zijn er niet verzorgd uit, andere huizen zijn splinternieuw. Je ziet de invloed van de Sovjetunie overal. Veel muren en afrasteringen zijn van beton en huizen zijn vaak van betonkleur. De overgang van het geordende Scandinavië naar het wat rommelige Estland was groot en we moesten er wel even aan wennen. We kwamen aan op ons plekje (over de meest slechte weg ever!) aan de zee. Je kon in de verte Tallinn zien liggen en het leek ons een goed plekje om te overnachten. Nadat we gegeten hadden, keken we een film. We hebben deze heel vaak gepauzeerd, omdat er steeds auto’s kwamen, stopten en even later weer weg reden. Om 11 uur was dit nog steeds zo en we voelden ons gewoon niet veilig op deze plek. We hebben toen alles ingepakt, Heinz opgestart en zijn weer terug naar Tallinn gereden, naar de parkeerplaats waar we eerst ook geparkeerd hadden. Daar konden we eindelijk gaan slapen en hadden we gelukkig een rustige nacht.
’s Morgens sliepen we langer dan normaal en reden we laat in de ochtend weg uit Tallinn. We hadden wel weer zin om uit de stad te gaan en om Estland te verkennen. We reden als eerste naar de Jägala waterval. Als je daar op de parkeerplaats staat, zie je alleen een rivier, maar als je er heen loopt, kan je met een trap naar beneden en kom je uit bij de waterval. In de zomer kan je zelfs onder de waterval doorlopen naar de andere kant. Nu was er vooral veel ijs, maar dat maakte het ook bijzonder. Er waren niet veel mensen en de mensen die er kwamen, maakten alleen een selfie en gingen weer weg, dus we hadden voornamelijk het rijk voor ons alleen. We aten nog wat in de bus en reden toen verder, op zoek naar een plekje om te slapen. We reden langs te kust en kwamen toen bij een parkeerplaats aan het strand. Uiteindelijk zijn we hier blijven plakken en kon Jelte werken. ’s Avonds konden we heerlijk rustig slapen, dus we waren blij met deze betere ervaring in Estland.

Nadat we de volgende dag hadden ontbeten, werkte Jelte eerst even en daarna zijn we een stuk gaan wandelen over het strand en door het bos. We besloten op deze plek te blijven staan, het was er lekker rustig en Jelte kon zo nog even verder werken. ’s Avonds deden we spelletjes en keken we een film en konden we weer rustig slapen.
’s Morgens hadden we wel weer zin om ergens anders heen te gaan. Eerst hebben we onze watertank gevuld bij een tankstation. De eerste keer weer sinds hij bevroor in Zweden! Heerlijk om weer water uit de kraan te krijgen! Het weer was niet zo best, er vielen hele groten vlokken natte sneeuw uit de lucht, dus we reden eerst een stuk naar Jahema National Park. We reden helemaal naar het bovenste stuk van het schiereiland, dat alleen maar een zandweggetje was waar één auto overheen kon. Er lag nog wat sneeuw en ijs, maar het is nu hele dagen boven nul, dus het smelt waar je bij staat. We parkeerden op een open veld, dichtbij de vuurtoren. Naast ons kwam een andere auto staan en toen Jelte uitstapte, raakte hij aan de praat met de man die uit de auto kwam. Hij was een bestelbusje aan het ombouwen tot camper en had allemaal vragen over hoe wij dingen hadden gedaan. Het gebeurd heel vaak dat we ergens aankomen en mensen dingen vragen over de bus of over onze reis, heel leuk! Zo ontmoet je steeds nieuwe mensen. Het was gestopt met regenen en sneeuwen, dus deden we onze wandelschoenen aan en liepen we naar de vuurtoren. Zelfs de vuurtoren is in betonlook, alleen het bovenste stukje is rood. Daarna liepen we naar het strand, maakten we wat dronefilmpjes en liepen we verder door het bos. Op dit deel van het schiereiland is veel gebeurd. Er zijn schuilplaatsen die de Duitsers gebruikten in de tweede wereldoorlog, er zijn raketten van de sovjets en we kwamen ook bij een kapot gebouw aan de zee, die ook gebruikt werd door de sovjets. Daar schenen ze met grote lichten naar de zee om te voorkomen dat mensen van Estland naar Finland zouden gaan. Hoe we dat allemaal weten? De man die we eerst tegen kwamen, kwam weer terug. Hij had een verhaal over een grote computer die de sovjets gebruikten op een ander schiereiland. Hij was helemaal enthousiast over deze computer en had zelfs een deel ervan in zijn eigen bezit. Hij liet deze aan ons zien en wilde ons toen laten zien waar het gebouw was. We liepen met hem mee naar het strand, waar hij ons door zijn piratenverrekijker (ja, zo’n hele oude die je uit moet schuiven!) liet zien waar het ongeveer had gestaan. Ook vertelde hij dus over de geschiedenis die hier had plaatsgevonden, heel interessant. Nadat we afscheid hadden genomen, deden we de houtkachel aan, werkte Jelte nog even en bakte hij daarna lekkere pannenkoeken. We hadden een rustige avond en op het plekje waar we stonden was het doodstil.
De volgende ochtend wilde Jelte eerst de motorverwarming fixen. Voordat we op de ferry gingen, deed hij het nog, maar daarna wilde hij geen verbinding maken, heel apart! Jelte kwam erachter dat er een kabelbreuk was, verving de kabel (toch fijn dat we een hele tas vol mee hadden genomen!) en toen deed hij het weer. Handig zo’n man! We hebben de motorverwarming niet echt meer nodig voor de temperatuur, maar het is beter voor de motor om hem wel elke dag aan te zetten voordat we weg rijden. Gelukkig kunnen we hem nu weer gebruiken. Daarna was het tijd om te gaan rijden. We wilden weer een stuk naar beneden gaan, richting een nationaal park. Toen we halverwege waren, vonden we een supermarkt. Toen we binnen kwamen, verbaasden we ons over de prijzen. Wat een verschil met Noorwegen! Een kilo appels voor €0,43, dat was fijn winkelen! Toen we aan het bekijken waren welke yoghurt we nodig hadden, liep er een man naar ons toe en vroeg ons of Heinz van ons was. Jazeker! Hij had zelf ook een oude mercedesbus uit dezelfde periode als onze bus was gebouwd. We nodigden hem uit om een kijkje te nemen en dat aanbod nam hij graag aan. We hebben 3 uur (!) met hem gepraat over auto’s, maar vooral ook over Estland. We gingen steeds meer begrijpen over het land waar we in rond reden. We hebben zoveel kapotte huizen gezien en de huizen die dat niet waren, zagen er vaak niet goed onderhouden uit. Als je dan hoort dat het modaal inkomen van een Estlander op zo’n €800,- per maand ligt (voor 40 uur werken), ga je er anders tegenaan kijken. Ook vertelde deze man dat de overheid veel bos kapt en dat er een ziekte is die veel bomen doodt waardoor de dieren het steeds lastiger krijgen. Dat zagen we toen we weer op weg gingen om een slaapplek te vinden. Sommige stukken bos waren al weer wat hersteld, maar je zag het resultaat van het vele kappen terug. We vonden een slaapplek op een vervallen parkeerterrein naast de snelweg.
Wat een verhaal! Super!😘