In mei was het dan eindelijk zo ver: we konden ein-de-lijk weer op vakantie na de lange coronaperiode! Een heerlijk gevoel van vrijheid! Dit keer gingen we naar Schotland.
Helaas werd Lydia een dag voordat we weg gingen ziek, maar dat weerhield ons niet om te gaan. De boot was geboekt, dus op naar IJmuiden! De boot vertrok om 18:00, het laden ging snel en we waren ook vlot ingecheckt op de boot. Varen is een heerlijke manier van reizen, je hebt je eigen cabin aan boord met je eigen bed, dus je komt heel uitgerust aan op de plek van bestemming. Lydia was nog steeds ziek, dus kon gelijk op bed. Jelte heeft ‘s avonds nog een rondje gelopen op de boot, want er was van alles te beleven. ‘s Morgens om 10:00 kwamen we aan in Newcastle, Lydia was weer fit, dus de reis kon beginnen!
Newcastle ligt in het noorden van Engeland, maar wij wilden naar Schotland, dus zijn we vanaf de boot gelijk richting het noorden gereden. De eerste stop was Holy Island, een eiland waar je heen kan rijden als het eb is. Heel bizar om over de zeebodem te rijden (al doen we dat natuurlijk dagelijks in Nederland!). We hebben even een broodje gegeten op het eiland en zijn er toen weer af gereden voordat het vloed zou worden, op zoek naar een slaapplek. Die vonden we net over de grens met Schotland. Een weg met aan beide kanten heggen (heel Engels!) leidde ons naar een kleine open plek tussen een heuvel. We hebben er een tijdje alleen gestaan, maar al gauw kwam er een Duitser en even later ook een stel Nederlanders bij staan. Het was prachtig weer, dus we zaten lekker buiten in de zon te genieten met uitzicht over de zee!
De dag erna zijn we een flink stuk gaan rijden. We reden eerst over de snelweg, langs Edinburgh en toen over kleine weggetjes langs de westkant naar de Highlands. Lydia had van tevoren al een aantal punten opgezocht die mooi waren om te rijden of om te bezoeken. Eén daarvan was de James Bond Skyfall road. Een hele mooie, doodlopende weg die door de ruige bergen loopt en is gebruikt in de James Bond film Skyfall. We hebben de hele weg uitgereden, hebben mooie dronebeelden gemaakt en zijn uiteindelijk gestopt aan het begin van de weg in een mooie inham. We hebben nog wat fruit gegeten bij een waterval en zijn toen lekker gaan slapen op dit mooie plekje.
De volgende dag was Jelte ziek (Lydia had hem aangestoken) en was Lydia ook niet fit, dus bleven we een dagje staan. Niet leuk op vakantie, maar rijden was ook geen optie, dus dan maar uitzieken.
Op dinsdag waren we gelukkig allebei weer aan de betere hand en wilden we een stukje verder rijden. We verlieten de mooie weg en reden over een andere mooie weg naar Glencoe. Als je denkt aan Schotland met de hoge groene bergen die uiteindelijk uitkomen in een Loch, dan denk je aan Glencoe. We wilden eigenlijk naar een uitkijkpunt rijden, maar dat was helaas niet mogelijk met de bus. Zelf waren we nog niet helemaal op krachten, dus een hike zagen we nog niet zitten. Daarom hebben we maar een kleine boodschap gedaan bij een lokale supermarkt en zijn we verder gereden. In Fort William hebben we wel een klein rondje gelopen bij een kasteel en zijn we langs de stoomtrein gelopen die helemaal gepoetst werd. Daarna zijn we verder gereden naar een supermooi plekje op een uitzichtpunt. De weg erheen was een single track road en ging door landerijen, uiteindelijk kwamen we aan op het uitzichtpunt en waren we omringd door schapen met lammetjes.
Het waaide er behoorlijk, dus na een wat onrustige nacht zijn we weer verder gereden. We reden dit keer langs Loch Ness, zagen helaas geen monster, maar wel veel toeristen. In één van de souvenirshops hebben we stickers gekocht voor de bus en een hapje gegeten. Ook zijn we onderweg gestopt toen we een oude brug zagen. We hebben daar een stukje gewandeld en zijn in de regen weer naar de bus gewandeld. Het regende gelukkig niet aan één stuk door, maar het waren telkens stevige buien en daarna scheen de zon weer volop, prima weer voor Schotland dus!
In Inverness deden we nog wat boodschappen en daarna reden we de NC500 op. Dit is de weg die langs de gehele noordkust van Schotland gaat en heel populair is voor mensen met campers. Dat hebben we ook gezien: wat een campers! Ook wildkamperen was best moeilijk. Na Inverness wilden we een plekje zoeken. We zochten op de kaart, vonden een mooie open plek bij een riviertje, maar toen we er aan kwamen waren er vissers die aangaven dat het privéterrein was. Dus toen hebben we toch maar Park4Night erbij gepakt en zijn we naar een ander plekje gereden bij een meer. Het was prachtig weer, dus we hebben een tijdje bij het meer gezeten en genoten van de zon.

Ook de volgende ochtend was het nog mooi weer, dus Jelte heeft zijn zwembroek aangetrokken en is het meer in gedoken. Het was ijskoud, maar lekker verfrissend! Na het ontbijt zijn we de NC500 weer op gereden. De weg was supermooi, dus af en toe stopten we om foto’s te maken. We hebben deze dag heel wat kilometers afgelegd. Rond lunchtijd kwamen we langs een Deer Park en zijn we gestopt. Lydia wilde natuurlijk diertjes zien! We hebben een paar herten gezien, maar genoten vooral van het uitzicht: het park lag aan de zee en was omringd door bergen.
Na een lunch zijn we weer de weg op gereden, door de bergen heen en langs de kust. We kwamen langs prachtige meertjes, maar besloten door te rijden naar een plek aan een strand. Helaas, toen we er aan kwamen was het een parkeerplaats waar je ook nog moest betalen voor je overnachting, dus besloten we er niet te overnachten. We hebben wel even een stuk over het strand gelopen, zo’n ander strand dan bij ons! Mooi wit zand en zwarte rotsen. We zijn uiteindelijk een berg over gereden naar de volgende inham van de zee en zijn daar op een parkeerplaats aan de zee gaan staan, gratis 🙂 We houden er zelf niet zo van om langs de weg te staan, maar in Schotland rijden er niet veel auto’s ‘s avonds en ‘s nachts over de weg, dus je kunt gelukkig wel rustig slapen. Lydia heeft zelfs een bruinvis gespot!
De dag erna zijn we weer verder gereden en omdat we zo vroeg opstaan elke dag, konden we mooi voor de drukte naar een mooie kloof lopen. Na onze ochtendwandeling zijn we door gereden en rond de middag kwamen we bij Kylesku, waar een brug is over het meer heen. Daar hebben we wat gegeten en gelopen. We zagen twee rendieren die daar als grazers werden gehouden (Lydia weer blij 🙂 ) en reden daarna weer verder. Onderweg kwamen we weer langs prachtige stranden. Bij één van de stranden, in Durness, hebben we een stukje gelopen. Prachtige zwarte rotsen rijzen er uit de zee, het strand is wit en het water helder blauw. Lydia zag een grijze zeehond en toen was het plaatje compleet. Helaas was het daar heel erg druk met campers en kon je er niet gratis overnachten, dus zijn we weer doorgereden. Niet veel later zijn we aan de weg, maar wel met een prachtig uitzicht gestopt en hebben we daar overnacht. We hadden overigens geen laptops mee, dus ‘s avonds hebben we alleen maar spelletjes gedaan, gelezen of zijn we vroeg gaan slapen. Volgens mij zijn we nog nooit zo uitgerust op vakantie 🙂
Toen we de volgende dag weer op pad gingen veranderde het landschap steeds meer van bergachtig naar heuvelachtig en na een tijdje vonden we het zelfs vlak. Wel ging het vlakke land als een klif de zee in. Onderweg zijn we gestopt, omdat we een punt hadden gezien op google maps waar we graag heen wilden: de Puffin Cove. Er stond nergens aangegeven dat dit er was, maar wauw: het was echt een hoogtepunt! We liepen eerst over het vlakke land en moesten toen steil afdalen naar de cove. Daar waren duizenden papegaaiduikers aan het nestelen, heel bijzonder! Na een tijdje waren we er helemaal alleen en hoorde en zagen we alleen de papegaaiduikers, supermooi! Toen we waren uitgekeken zijn we weer naar boven geklommen (warm, de winterjas kon wel weer uit!) en naar de bus gegaan. Van daaruit zijn we naar Castletown gereden. Daar hebben we op een parkeerplaats een overnachtingsplek gevonden tussen allemaal andere campers, waaronder Nederlanders. We hebben een rondje gelopen, hebben de bus recht gezet door stenen onder de banden te leggen en zijn lekker gaan slapen.
De volgende dag zijn we op tijd op gestaan en hebben we nog een praatje gemaakt met onze Engelse buren. Zij kwamen net terug van de Orkney eilanden en bevalen ons die aan. Helaas hadden we daar geen tijd voor, maar zo krijg je wel goede tips! Wij zijn verder gereden naar Duncansby Head, het meest noord-oostelijke puntje van het vaste land van Schotland. Het was er behoorlijk winderig, maar we hebben een stuk gelopen langs de kliffen en hebben genoten van de stormvogels die er nestelen.
Nadat we een stukje verder waren gereden vonden we een kasteel (overigens niet moeilijk in Schotland om die te vinden) waar we over een hobbelweg heen reden. Daar aangekomen was het kasteel in renovatie. Dus na een broodje zijn we weer verder gereden naar een andere klif waar je met een hele lange trap naar beneden kon lopen. Daar hebben we een tijdje gezeten en daarna zijn we verder gereden naar een klein plaatsje aan de zee. We hebben daar lekker aan de zee gezeten, in de zon.

De volgende dag scheen de zon niet meer, het was de eerste dag dat het de hele dag door regende. Zelf vonden we de oostkust van Schotland minder mooi, dus zijn we een heel stuk gaan rijden. We reden tot Inverness en hadden toen de NC500 voltooid. Maar wat ga je dan nog doen? Lydia had op Instagram iets voorbij zien komen dat je rendieren kon voeren, dus we hebben dit opgezocht en zijn richting die plek gereden. Aan het eind van de middag werd het iets droger en kwamen we, na een omweg aan bij een meertje. Hier stonden we helemaal alleen, maar wel naast een aantal schapen. Die zie en hoor je overal in Schotland! In het meertje was een klein eiland met daarop een kasteel, dus daar hebben we wat dronebeelden van gemaakt en toen hebben we de wekker vroeg gezet voor de dag erna.

Met nog een aantal dagen te gaan voordat we weer de boot terug naar Nederland zouden nemen, wilden we nog wat leuke dingen doen. Dus deze dag reden we naar Cairngorms national park om naar rendieren te gaan. Je kunt met een gids naar de paddocks gaan en ze daar eten geven. Het regende toen we aankwamen, maar gelukkig viel het daarna mee. Toen we met de gidsen aankwamen bij de paddocks, zagen we allemaal baby rendieren! Ze waren heel erg schattig, maar je mag ze niet aanraken, omdat ze zich dan bedreigd voelen. Wat we wel mochten doen is ze eten geven. Daarna bleven we bij de rendieren en mochten we foto’s maken. Wij bleven als laatste achter met een ander meisje uit Frankrijk, die woonde in Brazilië en nu in haar eentje met het OV door Schotland aan het reizen was. Zo ontmoet je nog eens mensen!
Weer bij de bus gingen we overleggen wat we konden gaan doen. We kwamen op de heenreis langs een spoor met een stroomtrein en toen zijn we toch aan het denken gegaan of we niet toch met de stoomtrein in Fort William wilden gaan. Toen we daar aan het begin van de vakantie langs kwamen, waren we zelf niet fit genoeg om dat te doen, maar nu gelukkig wel. Nadat Jelte had gebeld met het ticketbedrijf, kwamen we erachter dat je eigenlijk had moeten reserveren. Het was nu uitverkocht. Wel zouden er ‘s morgens nog een beperkt aantal tickets op het perron worden verkocht. Dus we maakten de beslissing om dan maar heel vroeg in de ochtend op het perron te staan en te hopen dat we tickets konden bemachtigen. Dus zijn we vanaf het national park weer naar Fort William gereden, 2 uur rijden. Het was wel prachtig weer en we reden de bergen weer in, dus dat was in ieder geval al de moeite waard! Onderweg stopten we om van een mooi uitzicht te genieten en net voordat we weg wilden rijden, kwamen er twee mannen aan op de fiets. Eén van hun fietsen was kapot en ze vroegen om een lift. Uiteraard hebben we ze die gegeven en we hebben ze helemaal naar Fort William gebracht, dat scheelde toch weer 20km lopen. Vlakbij Fort William hebben we naast de hoogste berg van Schotland geslapen op een rustig plekje bij een rivier.
De volgende morgen zijn we heel vroeg opgestaan en naar het treinstation gereden. Samen met een aantal andere mensen stonden we anderhalf uur van tevoren in de rij voor de tickets. Toen de trein aankwam, hebben we gelukkig twee tickets kunnen kopen en konden we mee met de trein! Jelte is altijd al fan geweest van stoommachines, dus een rit in de stoomtrein was natuurlijk supergaaf! De Jacobite steam train gaat van Fort William naar Mallaig, maakt daar een stop van ongeveer 1,5 uur en rijdt dan weer terug naar Fort William. In totaal ben je de hele dag onderweg (van 10 uur tot 4 uur). Je rijdt door de prachtige omgeving en rijdt ook over het Glenfinnan viaduct, bekend uit de films van Harry Potter. Daar staan honderden mensen al te wachten op het perfecte plaatje van de trein op de brug, heel leuk om te zien. We zaten in de trein met een meisje uit Australië en een gezin uit Engeland, een gezellig sfeertje! Onderweg kan je warme chocolademelk halen bij het cafeetje in de trein en verder geniet je van het geluid van de stoomtrein en de omgeving. Een aanrader om te doen!
Aan het einde van de dag waren we moe, maar voldaan en zijn we naar hetzelfde plekje gereden waar we de dag ervoor hadden geslapen. De volgende ochtend waren we er weer vroeg bij en zijn we via een omweg richting Stirling gereden. Daar wilden we naar het kasteel, maar het was lastig om een parkeerplaats te vinden. We hadden ook geen ponden, dus konden geen geld in de parkeermeter doen, dus zijn naar een VVV kantoor gelopen om te vragen of we konden wisselen. Daar zeiden ze dat we wel gratis bij de oude gevangenis konden staan. Dus wij hebben Heinz opgehaald, er geparkeerd en zijn naar het kasteel gelopen. Stirling castle is heel erg mooi en een kasteel waar veel koningen hebben gewoond. We hebben meegedaan aan een gratis guided tour door een man die door zijn Schotse accent bijna niet te verstaan was en met een groep Amerikanen die hem blijkbaar wel goed verstonden. Na de tour hebben we zelf nog rondgelopen in het kasteel en daarna de bus opgehaald uit de gevangenis 🙂
Na een paar boodschappen reden we Stirling uit en zijn we naar een rustige parkeerplaats in een klein dorpje gereden om te slapen. Toen we weer uitgerust wakker waren geworden, zijn we langzaamaan naar beneden gaan rijden. De boot ging namelijk de dag erna aan het einde van de dag en we wilden niet de dag erna nog veel rijden. Dus zijn we langs mooie wegen en veel single tracks richting het zuiden gereden, waar we uiteindelijk tussen prachtige bergen uit kwamen bij een hiking trail. Hier hebben we voor het eerst betaald voor een overnachting, want het was een prachtige plek! We hebben daarna wat spullen gepakt en hebben het stuk van de hike gelopen. Het pad gaat langs een hoge waterval, helemaal naar boven, waar een meer is. Daar waaide het heel hard, dus zijn we gauw weer omgedraaid en naar beneden gelopen.
De ochtend erna hebben we nog een ander stuk gewandeld en toen zijn we richting Newcastle gereden over mooie weggetjes. We hebben ‘s middags in Newcastle een hamburger gegeten en zijn daarna naar de boot vertrokken. We konden als één van de eersten aan boord en Heinz stond helemaal voorin de boot geparkeerd. Toen hebben we heerlijk op het dek gezeten, in de zon, kijkend naar alle mensen die door de douane gingen. Daarna hebben we samen met een organisatie geprobeerd om walvissen en dolfijnen te spotten. We hebben eerst een presentatie bijgewoond en zijn toen gaan spotten. Op de heenreis hebben we een paar dolfijnen gezien, maar op de terugreis waaide het hard. De boot ging ook aardig op en neer en heen en weer. ‘s Avonds hebben we even gekeken bij de lifemuziek en daarna zijn we naar de cabin gegaan. Slapen was lastiger dit keer vanwege de deining, maar voor je het weet is het alweer ochtend en kwamen we aan in IJmuiden. Omdat Heinz vooraan stond op de boot, konden we als tweede uit de boot en door de douane, lekker vlot! En na 2 uurtjes waren we weer in Friesland.
We hebben super genoten van ‘weer op vakantie naar het buitenland’, het smaakt naar meer! Schotland vonden we mooi, maar lastig met wildkamperen. Het was er ook erg druk met campers en andere toeristen, meer dan we hadden verwacht. Vooral de westkust vonden we heel mooi, de oostkust viel ons wat tegen. Verder viel het weer ons heel erg mee! Wel altijd de winterjas aan, maar qua regen hebben we geluk gehad. Kortom: zeker de moeite waard om heen te gaan, maar misschien net wat vroeger gaan, voor de drukte!